Verhalen uit het dagelijkse leven van een boxerliefhebster en haar puberhond
Drie weken oud is de puppy die ik in mijn handen heb. Een bolletje zachte vacht met waterige oogjes. Als ik hem op de grond zet, waggelt hij snel richting zijn moeder, een grote, gestroomde boxerteef, die waakzaam toe kijkt. Smoorverliefd ben ik. Dit kleine reutje met zijn witte sokjes en witte puntje aan zijn staartje. Dit boxertje gaat over 5 weken met mij mee naar huis.
“Hoe gaat hij heten?” vragen mijn familieleden. Tja, goeie vraag. Boxer 1 was een herplaatser met de naam Arie. Box 2 had ook al een eerdere eigenaar die hem Toby noemde. Box 3, mijn eerste pup, was vernoemd naar een schurk in een James Bond film ‘BoRies’. En boxer 4, dit kleine mannetje, heeft ook een passende naam nodig.
“Jij bent echt verslaafd aan boxers, hé mam” zegt mijn jongste zoon. Ik lach om zijn opmerking. Maar hij heeft gelijk, ik ben verslaafd aan boxers. Ik vind ze prachtig, de mooiste, de gekste en kan geen dag zonder. Als mijn boxer overlijdt, schiet ik gelijk in een depressie. Kom ik een boxer tegen op straat, dan moet ik even knuffelen. Ik heb meer foto’s van mijn hond op mijn telefoon dan van mijn kinderen. Tja, verslaafd, zo zou je het wel kunnen noemen.
“Weet je waar je nog meer aan verslaafd bent?” De jongste begint te lachen. “Aan dropjes, van die zwart/witte zoute dropjes. Ze zitten in je tas, liggen op tafel, echt op elk plekje in dit huis zijn er wel dropjes te vinden. Van die kleine ronde dropjes, net zoals die ronde stippen die dit boxerpupje op zijn snoet heeft.” En inderdaad, op de witte snoet van het verder donker gestroomde reutje zitten zwarte stippen in het formaat drop.
“Dat is een mooie naam, Droppie” roep ik uit. De perfecte combinatie van mijn verslaving aan de boxer en het zoute snoepgoed. En zo kwam Droppie een jaar geleden in mijn gezin. Inmiddels uitgegroeid tot een echte Drop, 15 maanden, vol in de pubertijd, één brok energie. Op goeie dagen heet hij Droppie, is hij lief en knuffelig. Op de wat onstuimige dagen heet hij Dropveter en moet ik ‘m uit een sloot vissen en als hij echt bananen in zijn oren heeft, heet hij Dropl.u.l.
Via deze blog kan je de avonturen van Droppie volgen. Hoe hij, als echte boxer, door het leven hupst, zijn staart bijna van zijn kont af wiebelt en hoe hij er voor zorgt dat er veel te lachen valt. Een dagelijkse dosis Drop is iedereen aan te bevelen.
Comments