Die pillen die ik laatst moest eten, die pillen, die hebben niet geholpen. Tussen mijn buitenste tenen zitten nog steeds bulten. Of liever gezegd. Bij één poot zit er nog een bult. Bij de andere poot zitten nu blauwe draadjes met knoopjes. Ik zal je de details besparen, maar het komt er op neer dat ik in slaap gevallen ben bij de Witte Jassen. Ik had niet eens een koekje gehad toen ik op visite ging. Plotseling werden mijn pootjes zwaar en gingen mijn oogleden nog meer hangen dan dat ze normaal al doen. Op schoot bij de baas ben ik in slaap gevallen. Tegen de tijd dat ik wakker werd, hadden de witjassen een kap om mijn hoofd gedaan. Geen idee waar dat voor diende. Hadden ze misschien gedacht dat als ik mijn staart in het stopcontact zou steken, dat ik dan licht zou geven of zo? In ieder geval, ik vond het niets. Drie keer niets. Ik liep overal tegen aan en ik paste niet meer in mijn mand met dat rare ding op mijn kop. Ik heb namelijk een soort van tent over mijn stretcher. Het is bedoelt als zonnescherm maar binnen werkt het als een soort van beschermend hoekje voor mijzelf. Heerlijk vind ik dat. Gewoon even terugtrekken zodat niemand mij kan zien. Maar met die lampekap op mijn hoofd, kon ik de mand niet in. En ik had ook nog steeds niet te eten gehad. Mopper de mopper de mopper.
De poot, mijn linkervoorpoot, zat in een soort van verband. Was wel lekker zacht. Ik had er ook geen last van. In ieder geval kon ik prima mijn speelgoed door de kamer meppen met die dikke poot. Geen probleem. Buiten kreeg ik een soort van bokshandschoen over die poot heen. Stoer joh, zwart met witte letters erop. Ik bleek er prima op te kunnen lopen en zelfs een klein sprintje te kunnen trekken. Nee, ik had nergens had last. Ik had alleen last van de baas. Die bleef maar zeggen dat ik niet mocht rennen, niet mocht spelen, niet mocht stoeien. Wat is het leven dan saai zeg. Echt alle leuke dingen had ze verboden.
Ik was het er niet mee eens. Dus… in een onbewaakte ogenblik ging ik racen in de tuin. Achter mijn bal aan, gooiend in de lucht. De hechtingen sprongen spontaan uit mijn poot en niet veel later zaten we weer bij de Witjassen. Rustig houden, niet alleen in de tuin, binnen houden, niet spelen, niet stoeien. Dat zeiden de Witjassen en mijn baasje bleef het ook herhalen.
Van de poot heb ik geen last gehad, ik heb er ook niet aangezeten. Van mijn baasje had ik wel last met al haar “Nee, dat mag niet” en “in de mand” en ‘Rustig aan”. Dus ik heb haar een koekje van eigen deeg gegeven. Ik heb het háár heel lastig gemaakt. Elke keer als ze achter haar laptop ging zitten, kroop ik op schoot. Daar was ik dan ook niet van af te krijgen. Menig collega heeft tegen mijn prachtige koppie aangekeken in plaats van tegen mijn baasjes gezicht. Als mijn baasje iets moest vertellen, ging ik blaffen. Ik blaf eigenlijk nooit, maar nu, zodra ze maar een poging deed om haar mond open te trekken, was ik haar net voor. Mijn zware stem galmde door het huis, elke keer weer. Jij maakt het voor mij lastig, dan maak ik jou het leven zuur... En als klap op de vuurpijl heb ik alle denkspelletjes die ze voor mij had gekocht, stuk geknaagd, omgegooid, verstopt en door de kamer gesmeten. Om daarna huilend en zuchtend bij de baas te gaan klagen dat ik niets te doen had.
Nog één nachtje slapen en de laatste hechtingen mogen er uit. Dan mag ik weer ravotten zoals vanouds, zegt vrouwtje. Nog één nachtje kan ik dus het vrouwtje wakker houden en laten weten dat ik het er niet mee eens ben. Nog één nachtje kan ik de woonkamer verbouwen, slepen met mijn mand en om drie uur ‘s nachts gewoon een uurtje op een piepbeest gaan knagen.
Nog één nachtje en dan laat ik mijn vrouwtje weer met rust.
Nu maar hopen dat de andere bult niet geopereerd hoeft te worden, want dan begint het circus weer opnieuw.
Comments