Samen met Drop zet ik de tent op. Het is een klein koepeltentje, met plek voor twee personen. Nieuwsgierig drentelt de hond om de tent heen, terwijl ik de haringen in de grond duw. Dan bouw ik zijn slaapplaats op. Het is een hondenstretcher die ik speciaal voor het kamperen heb gekocht. Zodat Drop niet op de vochtige grond zal slapen. Thuis slaapt hij in een houten bak. Hij snuffelt en kijkt, snuffelt nog een keer en kijkt dan naar mij. “Toe maar, is voor Droppie” fluister ik hem bemoedigend toe, terwijl ik met mijn hand op de stretcher klop. Voorzichtig zet hij een poot op de stretcher. Het ding wiebelt een beetje en al snel trekt hij zijn pootje weer terug. “Kom op, Drop, nog een keer proberen.” en ik klop weer met mijn hand op de bekleding. Maar mijn 1 jarige puberhond is nog niet overtuigd van zijn nieuwe mand, die hoog op de pootjes staat en geen randen heeft om tegen aan te liggen. Ik zet de stretcher in de tent en blaas mijn luchtbed op. Het past maar net naast elkaar in het tentje. Mijn slaapzak gooi ik op mijn luchtbed terwijl ik Drops kussen op de stretcher leg.
Ik laat de hond rustig wennen aan de nieuwe omgeving. De tent is open zodat hij een kijkje kan nemen, terwijl ik op een kampeerstoeltje ga zitten. Langzaam steekt Drop zijn kop naar binnen. Hij schuift de flap opzij, één pootje, twee pootjes en dan verdwijnt zijn hele lijf. Zijn staartje steekt nog naar buiten en zwaait langzaam heen en weer. Ik glimlach bij mijzelf. Hij zal zijn stretcher wel gevonden hebben. Ruikend naar huis. Hij moet ook wel moe zijn, de reis, de spanning, het spelen met de herder in de winkel. Na een tijdje wordt het stil in de tent. Zijn staartje is ook naar binnen verdwenen. Dan hoor ik gesnurk. Ja hoor, hij heeft zijn rust gevonden. Zachtjes, om hem niet wakker te maken, open ik de tent. Op mijn knieën zit ik voor de ingang en kijk naar binnen. Ik verwacht hem op zijn eigen kleedje, liggend op de stretcher. Maar nee, dat ding is leeg. Ik kijk naar mijn luchtbed met slaapzak. Zal hij zich daar dan op hebben neergevlijd, maar nee, ook mijn luchtbed is leeg. Het gesnurk wordt harder, ik draai mij om richting het hoekje van mijn tent waar ik mijn sporttas met kleding heb gezet. En daar ligt Drop, drie dubbel gevouwen in mijn tas, met zijn snoet in mijn ondergoed en zijn kont op mijn sokken. Volledig van de wereld.
Op handen en voeten kruip ik weer de tent uit. Een vertederend gevoel maakt van mij meester. Drop zag er ook zo lief en onschuldig uit in die tas. Op mijn gemakje ruim ik de losse spullen op. Nog een laatste ronde naar het toilet en ik maak mij klaar om ook te gaan slapen. Als ik opnieuw de tent open maak, heeft Drop zich verplaatst van sporttas naar mijn luchtbed. Languit ligt meneer op mijn slaapzak. Met één oog open kijkt hij mij aan. Gefopt baas, krijg mij maar eens van dit plekje af. Slaap zelf maar in die sporttas, of op die rare stretcher. Ik heb mijn mand gevonden. En hij strekt zich nogmaals uit.
Het kost mij ruim een half uur, veel gebrom, getrek en gesleur om Drop eindelijk op zijn eigen plek te krijgen. Hij spartelt op alle mogelijke manieren tegen, drukt zich tegen mij aan terwijl hij op hetzelfde moment zich probeert los te worstelen. Al zwetend beland ik op mijn rug op mijn slaapzak, met één hand hou ik Drop op zijn plek. Dit wordt een lange nacht, denk ik nog bij mij zelf, een hele lange nacht.
Commentaires