Daar liggen we dan samen. Drop op zijn stretcher en ik op mijn luchtbed er naast. Ik hijg van de worsteling met mijn hond. Mijn hond hijgt van opwinding. Om Drop rustig te krijgen, aai ik hem over zijn koppie. Dan draait hij nog drie keer om zijn as en valt hij langzaam in slaap. Ik knip mijn zaklamp aan en ga op zoek naar mijn boek. De nacht is warm en klammig. De geluiden zijn vreemd en het kost mij moeite om de slaap te vatten. Naast mij droomt Drop de dag nog eens door. Hij woeft en waft in zijn slaap. Zijn poten bewegen in het luchtledige. Waarschijnlijk komt de herdersteef in zijn dromen voorbij. Ik glimlach in het donker en zak ook langzaam weg in onrustige dromen.
De nacht duurt voort. Bij vlagen word ik wakker, strek dan mijn hand uit en aai mijn hond. Het heeft iets rustgevend om Drop naast mij te hebben. Ik mag dan wel alleen in de tent liggen, zonder mijn mannen, maar ik ben niet alleen, ik heb Drop, mijn trouwe viervoeter, mijn kameraad. Elke keer als ik onrustig uit mijn droom ontwaak, hoor ik Drop naast mij. Likkend en slikkend, snurkend en snuffend.
Het is rond half 6 als de zon al weer brandt op mijn tentje. Ik moet nodig naar het toilet. Maar als ik ga lopen, dan wordt Drop zeker wakker. Hij ligt met zijn rug naar mij toe. Ik hoor hem likken. Grondige schoonmaak, denk ik nog. Voorzichtig kruip ik over de sporttas naar de uitgang. De rits van de tent maak ik open, het zonlicht komt naar binnen. De camping is nog in stilte gehuld. Kom Drop, even plassen, kom naar buiten. Terwijl ik mijn sandalen aan trek, spreek ik Drop bemoedigend toe. Kom maar, even plassen met de baas. Maar in plaats van zijn normale enthousiasme en ronddraaiende staart, hoor ik Drop alleen maar fanatieker likken.
Met mijn korte broek aan en een gekreukt t-shirt hangend om mijn lijf, probeer ik nog een keertje Drop mee te krijgen naar het toiletgebouw. Met moeite, heel veel moeite kom Drop overeind. Ik hoor hem piepen, terwijl zijn kop weer onder zijn lijf schiet, likkend en smakkend. Ik pak ‘m op bij kop en kont en zet hem buiten de tent. Drop staat raar, zijn rug gekromd alsof hij pijn heeft. Ik kijk naar hem en het enige wat ik kan bedenken is… ‘waarom nu, waarom ik, waarom?”
Drop heeft namelijk een ‘mannen’ probleem. Hij is nu ruim een jaar, volop in de pubertijd en hij heeft ontdekt dat hij iets tussen zijn benen heeft hangen. Met de juiste stimulans, aaien of likken, groeit zijn mannelijkheid. Ook bij bepaalde activiteiten zoals een grote boodschap doen, groeit zijn geslachtsdeel uit tot wortelformaat. Op zich geen probleem, de wortel slinkt wel weer en trekt zich terug in het velletje. Soms groeit de wortel uit tot winterpeen. Als er een loopse teef voorbij komt, of als hij fanatiek met mij speelt. Nogmaals geen probleem. Als ik Drop uit de situatie haal, zakt ook de winterwortel weer terug in de juiste proporties. Maar dit keer hangt er geen wortel, geen dikke winterpeen. Nee, deze keer heeft hij een paars kleurige aubergine gekweekt. Zijn lid is zo zwaar opgeblazen en gestimuleerd dat Drop amper nog kan lopen. Laat staan plassen. En niet kunnen plassen, is echt een probleem. Ik moet daar dus iets aan doen, op een camping, om half 6 in de ochtend...
Ik kijk naar mijn hond die een goed gevulde fruitmand onder zijn buik heeft hangen wat duidelijk niet meer vanzelf terug trekt tot het formaat knabbelpeentje. Wat nu?
Methode 'koude douche' is mijn oplossing. Onder de caravan van de buren vind ik een emmer. Die vul ik achter mijn tentje met koud kraanwater. Met een flinke klets gooi ik de emmer leeg tegen de buik van de hond. En nog een emmer en nog een emmer. Drop staat er beteuterd bij. Druipend van het water en rillend in de warme ochtendzon. Na de vierde emmer krimpt langzaam de aubergine. Drops rug zakt weer naar zijn normale vorm. Hij likt nog even zijn lippen en tilt dan zijn poot omhoog voor een lange plas. Gelukkig…
Comments