top of page
Screen Shot 2018-09-11 at 14.35.35.png

Lijdend voorwerp

Én vagyok az Isten.

lijdend-voorwerp.png
1
In welke zin zie je een lijdend voorwerp?
Ik geef een cadeau. 
Morgen ga ik naar de markt.
Piet en Jan eten pindakaas.
Alle leerlingen hebben een aantekeningenschrift.
Wil jij mij even optillen?
Maak jij alle opdrachten?
Wil jij even komen?
Mijn tablet maakt een vreemd geluid.
Aan Marieke geef ik volgende week een presentje.
We lezen een boek in de bibliotheek.
Moeder is in de keuken aan het koken.
We zijn honden op straat.
Ik bekijk veel actiefilms thuis.
Ik koop een appel en een perzik.
Ik ga vandaag een nieuwe auto kopen.
Ik wil graag een cola.
Mag ik een biertje, alstublieft?
De kinderen zijn gedichten aan het lezen.
2
Welke werkwoorden kunnen een lijdend voorwerp hebben?

intransitief - transitief

Screen Shot 2018-09-29 at 23.48.36.png
leest, komt, schrijft, kijkt, kookt, vraagt, eet, drinkt, krijgt, bestel, weet, leert, gaat, kent, is, uitdrukt, wenst, leuk vindt, werkt, loopt, reist, hoort, ziet, luistert, duurt, houdt, praat, woont, zegt, geeft, kletst, leeft, koopt, bakt, maakt
leest
komt
Screen Shot 2018-09-29 at 23.48.36.png
bottom of page