Over narcisme gesproken

Ik hoef niet te veranderen.

Ik ben perfect.

Ik krijg altijd wat ik wil.

Je moet doen wat ik zeg.

Ik had het beter zelf kunnen doen.

Als ik het niet doe, gebeurt het niet.

Ik snap het niet...

Het gaat nooit zoals je wilt.

Ik kan je nooit iets vragen.

Jij kunt ook niets.

Jij bent kinderachtig.

Jij bent gek.
Jij bent gestoord.
Jij bent dom.
Jij bent lui.
Jij bent waardeloos.
Jij maakt altijd ruzie met iedereen.

Niemand wil met jou omgaan.
Jij bent een slechte moeder.
Jouw vrienden zijn gek.
Jouw familie is gek.

Het had anders moeten zijn.

Waarom heb ik dit altijd?

Waarom gaat het niet één keer gewoon goed?

Ik heb altijd dit soort gezeur!

Ik hoef geen medicijn, ik wil gewoon dat ik geen hoofdpijn heb.

Niemand is te vertrouwen.

Niemand houdt rekening met me.

Lees verder:

"Zolang je het hoogste woord voert hoef je niet echt met mensen te praten."

ontkennen: “Dat heb ik nooit gezegd.”
aanvallen: “Jij doet altijd…” “Jij bent altijd…”
idealiseren van anderen en situaties
generaliseren ("mensen zijn…", "iedereen weet het...", "een vrouw is altijd…")
verantwoordelijkheid bij de ander leggen: “Heb jij het al geregeld?"
argumenten gebruiken die de ander pijnlijk raken
negatieve eigenschappen van de ander vergroten, positive baggataliseren en andersom voor zichzelf
vragen ontwijken
manipuleren
niet laten merken dat hij de ander waardeert
controle vragen stellen: TIJD, GELD, HEB JE HET GEDAAN?
basishouding: “Wat moet ik doen om anderen voor mij te winnen?”
nooit zeggen dat de ander iets goed doet
altijd kritiek geven
de ander diskwalificeren
van een perspectief bekijken
een aspect van een onderwerp pakken
uit proportie halen (vergroten)
zijdelings reageren
op zijtakken focussen
geen (duidelijke) antwoord geven: “We gaan het zien.”
stank voor dank geven
zich op te blazen
snel ongemakkelijk voelen
harde taalgebruik
de ander laten hangen
de reactie is niet in verhouding met de gebeurtenissen (=alles is erg belangrijk)
geen prioriteiten stellen (=alles is erg belangrijk)

Lees verder: